Handleiding

Inhoudsopgave

0. Terminologie

1. Inleiding

1.0. Algemeen
1.1. Van TELEBIB naar TELEBIB2
1.2. Objectief van de handleiding
1.3. Andere noodzakelijke documenten

2. Principes

2.1. Gebaseerd op UN/EDIFACT
2.2. Genericiteit

2.2.1. Definitie
2.2.2. Motivering

2.3. Basisprincipes voor informatie-uitwisseling
2.4. Cohabitatie van TELEBIB met TELEBIB2

3. Componenten van TELEBIB2

3.1. De repertoria

3.1.1. Repertorium van de verzamelingen
3.1.2. Repertorium van de rubrieken
3.1.3. Repertorium van de segmenten
3.1.4. Repertorium van de samengestelde gegevenselementen
3.1.5. Repertorium van de enkelvoudige gegevenselementen
3.1.6. Repertorium van de waardenlijsten
3.1.7. Opmerking

3.2. Syntaxis

4. Gebruik

4.1. Het plaatsen van gegevens in segmenten
4.2. Segment qualifiers

4.2.1. Algemeen
4.2.2. Speciale gevallen
4.3. Het gebruik van X901 "Code list identifier" en X902 "Code list responsible agency, coded"
4.3.1. Als aanduiding van een maatschappij-specifieke waardenlijst als alternatief voor een bestaande TELEBIB-waardenlijst
4.3.2. Opmerking in verband met "filters"

5. Weergave van de waarde van numerieke data-elementen

5.1. Decimaalteken
5.2. Scheidingsteken tussen groepen van drie cijfers
5.3. Teken

 

0. Terminologie.

TELEBIB : de oude, takgerichte, standaard voor informatie-uitwisseling tussen verzekeringsmaatschappijen en verzekeringsmakelaars die in 1986 door de Gemengde Commissie voor de Productiviteit gepubliceerd werd.

TELEBIB-code : de code van vier caracters die een gegeven in TELEBIB identificeert.

TELEBIB2 : de nieuwe, objectgerichte, standaard voor informatie-uitwisseling in de verzekeringssector die in 1996 door de Gemengde Commissie voor de Productiviteit gepubliceerd werd.

UN/EDIFACT ( United Nations / Electronic Data Interchange for Adminstration, Commerce and Transport ) : de in 1987 door de Verenigde Naties goedgekeurde internationale standaard voor Electronic Data Interchange ( EDI ).

Repertorium : technische beschrijving van de verschillende niveaus van groepering van informatie. Onder niveaus van groepering worden verstaan : verzamelingen, rubrieken, segmenten en gegevens.

Gegeven : functionele benaming voor de kleinste eenheid van informatie.

Enkelvoudig gegevenselement : technisch synoniem voor gegeven. Een enkelvoudig gegevenselement wordt geïdentificeerd door middel van een code bestaande uit vier posities waarbij de eerste positie steeds "X" is.

Samengesteld gegevenselement : een technische groepering van enkelvoudige gegevenslementen. Een samengesteld gegevenselement wordt geïdentificeerd door middel van een code bestaande uit vier posities waarbij de eerste positie steeds "C" is.

Segment : technische benaming voor een beperkte en identificeerbare groep van enkelvoudige en / of samengestelde gegevenselementen. De inhoud van een segment wordt gedefinieerd door de inhoud van een gegevenselement met een specifieke rol, qualifier genoemd. Dit gegevenselement is steeds het eerste in een segment.

Segmenttag : code bestaande uit een combinatie van drie letters die een segment identificeert.

Rubriek : een functionele groepering van gegevens gebaseerd op hun onderlinge relaties. Voorbeelden hiervan zijn : betrokkene, risico-object, waarborg, gebeurtenis, e.a.. Een rubriek kan een andere rubriek bevatten.

Segmentgroep : technisch synoniem voor een rubriek.

Verzameling : een functionele beschrijving van een algemene verzekeringsfunctie met, per functie, de gegevens en de generieke rubrieken die ertoe horen. Voorbeelden hiervan zijn : polis, schadeaangifte, kwijting, e.a..

Uitwisselingseenheid : technisch synoniem voor een verzameling.

Qualifier : een gegevenselement dat de inhoud van een segment definieert.

Waardenlijst : een lijst met mogelijke waarden die een gegeven kan aannemen.

 

1. Inleiding.

1.0. Algemeen.

TELEBIB2, de standaard voor gegevensuitwisseling in de verzekeringssector, is eigendom van de Gemengde Commissie voor de Productiviteit, een Commissie binnen de BVVO waarin vertegenwoordigers van verzekeringsmaatschappijen en -makelaars samenwerken om aanbevelingen te formuleren die tot doel hebben de produktiviteit in de sector te verbeteren.

1.1. Van TELEBIB naar TELEBIB2.

Tijdens de vergadering van de Gemengde Commissie voor de Productiviteit van 19 mei 1994 werd beslist dat TELEBIB, welke reeds sinds 1986 bestond, dringend aan een herziening toe was. Er werd gesteld dat een object-georiënteerde structuur beter aan de evolutie van de informatieverwerkende systemen in de sector zou beantwoorden dan de tak-gerichte structuur die tot dan toe de basis van TELEBIB vormde. Deze nieuwe TELEBIB wordt vanaf nu TELEBIB2 genoemd.

Om TELEBIB2 te realiseren werd tijdens de vergadering van 16 juni 1994 een werkgroep opgericht. De groep bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappijen, van makelaars en van ASSURNET. Op vraag van de makelaars werden ook vertegenwoordigers van software-leveranciers in de werkgroep toegelaten. Deze hebben de specifieke opdracht aan de makelaars de noodzakelijke technische ondersteuning te geven.

De activiteiten van de werkgroep worden gecoördineerd door de TELEBIB-Coördinator die bij elke vergadering van de Gemengde Commissie voor de Productiviteit over de activiteiten van de werkgroep rapporteert.

1.2. Objectief van de handleiding.

Het objectief van deze handleiding is de gebruikers van TELEBIB2 bij te staan in het implementeren ervan.

1.3. Andere noodzakelijke documenten.

De handleiding is een deel van een geheel van documenten die voor de gebruikers beschikbaar zijn en die mekaar aanvullen.

De andere documenten die bestaan en die de lezer ter beschikking moet hebben zijn :

    - de syntaxis TELEBIB2, - de repertoria van de verzamelingen en rubrieken, - het repertorium van de segmenten, - de repertoria van de samengestelde en enkelvoudige gegevenselementen en - het repertorium van de waarden voor de gecodeerde gegevenselementen.

Tijdelijk blijft het ook noodzakelijk te beschikken over TELEBIB en over de omzettingstabel van TELEBIB naar TELEBIB2.

 

2. Principes.

2.1. Gebaseerd op UN/EDIFACT.

Bij de verwezenlijking van TELEBIB2 heeft de werkgroep zich laten inspireren door UN/EDIFACT. Het resultaat zal mensen met kennis van deze internationale standaard dan ook vertrouwd voorkomen.

Doch moet erop gewezen worden dat TELEBIB2 niet voor honderd procent conform is met UN/EDIFACT. Om op de beste manier aan de behoeften van de Belgische verzekeringssector te voldoen zijn sommige componenten op een specifieke wijze geïnterpreteerd.

Zo zijn er op het gebied van de repertoria slechts enkele UN/EDIFACT segmenten overgenomen en zijn er een aantal nieuwe segmenten gecreëerd, ofwel ter vervanging van bestaande die niet echt aan de Belgische behoeften voldeden, ofwel ter aanduiding van concepten die in UN/EDIFACT niet aanwezig zijn.

Nochtans kan gesteld worden dat de afwijkingen tenoverstaan van UN/EDIFACT niet van die aard zijn dat zij de behandeling van TELEBIB2 in een zuivere EDIFACT omgeving uitsluiten. Ondernemingen die reeds UN/EDIFACT gebruiken zullen bijgevolg slecht in geringe maten hun bestaande omgeving dienen aan te passen. Anderzijds kan gesteld worden dat ondernemingen die TELEBIB2 implementeren een brede basis uitbouwen die zij desgevallend zullen kunnen gebruiken als zij de stap naar UN/EDIFACT zetten teneinde via electronische weg gestructureerde informatie uit te wisselen met partners uit andere sectoren.

2.2. Genericiteit.

2.2.1. Definitie

In overeenstemming met de opdracht heeft de werkgroep een generiek resultaat geproduceerd. Dit betekent dat de verzamelingen en de rubrieken die in TELEBIB2 beschreven zijn bruikbaar zijn voor verschillende specifieke gebruiken. De verzameling "contract" bijvoorbeeld is bruikbaar voor het uitwisselen van informatie voor zowel polissen van verschillende takken als voor polissen die over verschillende takken gaan en tevens voor alle acties die betreffende een polis gevoerd kunnen worden. In dezelfde geest is bijvoorbeeld de generieke rubriek "risico-object" bruikbaar voor het uitwisselen van informatie over zowel een voertuig als een gebouw.

2.2.2. Motivering

Er is voor deze generieke benadering gekozen omdat de werkgroep ervan is uitgegaan dat TELEBIB2 alleen maar een structuur moet zijn waarin een uitzendende toepassing gegevens kan plaatsen en identificeren. Het is aan de toepassing zelf te beslissen welke gegevens zij ter beschikking stelt. Anderzijds moet een ontvangende toepassing in dezelfde structuur de gegevens die zij nodig heeft kunnen terugvinden. Ook hier is als uitgangspunt genomen dat het aan de toepassing zelf is te beslissen welke gegevens zij nodig heeft.

In TELEBIB2 worden dus geen berichten gedefinieerd. Dit houdt in dat het de verantwoordelijkheid van de uitwisselingspartners zelf is om tot een akkoord te komen over de uit te wisselen informatie.

Het enige wat in TELEBIB2 bindend is vastgelegd zijn de relaties tussen de verschillende niveaus van informatie en de volgorde waarin de verschillende types informatie op de verschillende niveaus moet voorkomen.

2.3. Basisprincipe voor informatie-uitwisseling.

Informatie moet beschouwd worden als een verzamelnaam voor gegevens. In TELEBIB2 zal bij uitwisseling elk gegeven individueel geïdentificeerd worden. Deze identificatie gebeurt op basis van verschillende noties.

Om een gegeven uit te wisselen wordt het in een segment geplaatst. De keuze van het segment gebeurt in functie van de inhoud van het gegeven. Is het gegeven bijvoorbeeld een datum, dan moet die in het segment DTM worden geplaatst, is het gegeven een bedrag, dan moet dit in een segment MOA worden geplaatst, enz.

Elk segment wordt geïdentificeerd door een segment tag. Voorbeelden hiervan zijn DTM en MOA. In een segment wordt aan een gegeven gedefinieerd via het gebruik van een qualifier. Zo zal een qualifier bijvoorbeeld aanduiden dat een datum een geboortedatum is of een begindatum, of dat een bedrag een premie is of een verzekerde waarde. Naast de qualifier en de expliciete waarde van een gegeven zelf, kan nog andere informatie over een gegeven in het segment opgenomen worden. Van een bedrag kan bijvoorbeeld de munt worden meegegeven, van een datum het formaat waarin hij is uitgedrukt. Alle informatiedeeltjes betreffende een gegeven worden in gegevenselementen geplaatst en hebben hun vaste plaats in een segment. In sommige gevallen, en dit uitsluitend om technische redenen, worden gegevenselementen in samengestelde gegevenselementen gegroepeerd. Gegevenselementen die niet in samengestelde gegevenselementen worden geplaatst, worden enkelvoudige gegevenselementen genoemd.

Een volledige beschrijving van de segmenten en van de samengestelde en enkelvoudige gegevenselementen kan gevonden worden in de respectievelijke repertoria. Om duidelijk te stellen dat het hier om technische noties gaat, werden aan segmenten, samengestelde en enkelvoudige gegevenselementen Engelstalige namen gegeven.

2.4. Cohabitatie van TELEBIB met TELEBIB2

In navolging van de aanbeveling van de Gemengde Commissie voor de Productiviteit om de "upward compatibility" te waarborgen tussen TELEBIB en TELEBIB2 heeft de werkgroep de inhoud van TELEBIB als basismateriaal voor haar activiteiten genomen. De generieke verzamelingen zijn bijgevolg geschikt om minimaal alle gegevens van TELEBIB uit te wisselen.

Om de gebruiker te helpen bij het omzetten van de identificatie van een gegeven via zijn TELEBIB-codes naar de identificatie van hetzelfde gegeven in TELEBIB2 is per verzameling een omzettingstabel in TELEBIB2 opgenomen.

Deze tabel bevat :

    - de TELEBIB-code - de segmenttag van het segment waarin het gegeven in TELEBIB2 geplaatst dient te worden - de qualifier dit het gegeven in het segment definieert.

Segmenttag en qualifier kunnen voorkomen op vier verschillende niveaus. Zij duiden het niveau van het gegeven in een verzameling aan.
(29.11.2013 - Deze beperking tot 4 niveaus is historisch en heeft/had alles te maken met de overgang van Telebib naar Telebib2. Vandaag is deze beperking niet langer geldig.)

De werkgroep is er ook in geslaagd alle waardenlijsten van TELEBIB in TELEBIB2 over te nemen. In TELEBIB2 worden daarom dan ook TELEBIB-codes van gegevens waaraan een waardenlijst gekoppeld is, gebruikt om die waardenlijst in TELEBIB terug te vinden. De manier waarop dit is gebeurd wordt uitgelegd in de beschrijving van de speciale rol van de ATT-, BIN-, GIS- en QRS-qualifier.

Het opnemen van de TELEBIB waardenlijsten betekent niet dat hierdoor TELEBIB noodzakelijkerwijze zal moeten blijven bestaan. Na een nog niet bepaalde periode zullen de waardenlijsten de enige nog gebruikte component van TELEBIB worden. Omdat zij in TELEBIB2 geïntegreerd zijn, zal TELEBIB dan kunnen ophouden te bestaan. De omzettingstabel waarvan hierboven sprake is zal dan eveneens zijn nut verliezen en uit de omgeving verdwijnen.

 

3. Componenten van TELEBIB2.

Naar analogie met UN/EDIFACT bestaat TELEBIB2 uit verschillende componenten. Dit zijn de repertoria en de syntaxis.

Volledigheidshalve moet eraan toegevoegd worden dat er ook voorschriften voor het ontwerpen van verzamelingen en rubrieken bestaan. Deze voorschriften zijn echter alleen van belang voor de werkgroep en worden daarom niet gepubliceerd.

3.1. De repertoria.

TELEBIB en de hierboven vermelde repertoria zijn beschikbaar onder de vorm van een ACCESS relationele databasestructuur.

3.1.1. Repertorium van de verzamelingen.

Per verzameling bevat dit repertorium :

    - het acroniem, bestaande uit zes letters, dat de verzameling aanduidt, - het versienummer voor de verzameling, - de naam van de verzameling, - het conceptuele model dat de relaties tussen de rubrieken binnen de verzameling beschrijft, - de beschrijving van de inhoud, onder de vorm van een geordende lijst van segmenten en rubrieken, en - voor elk segment en elke rubriek : . de segmenttag en naam, . de aanduiding of het segment of de rubriek verplicht (M) of vrij (C) in de verzameling gebruikt wordt, . de aanduiding of het segment of de rubriek één of meerdere malen ( zie 3.1.7. ) in de verzameling gebruikt wordt.

3.1.2. Repertorium van de rubrieken.

Per rubriek bevat dit repertorium :

    - de naam van de rubriek, - de beschrijving van de inhoud onder de vorm van een geordende lijst van segmenten en desgevallend rubrieken, en - voor elk segment en elke rubriek : . de segmenttag en naam, . de aanduiding of het segment of de rubriek verplicht (M) of vrij (C) in de rubriek gebruikt wordt, . de aanduiding of het segment of de rubriek één of meerdere malen ( zie 3.1.7. ) in de rubriek gebruikt wordt.

3.1.3. Repertorium van de segmenten.

Per segment bevat dit repertorium :

    - de segment tag, - de naam van het segment, - de beschrijving van de functie van het segment, - de beschrijving van de inhoud onder de vorm van een geordende lijst van enkelvoudige en / of samengestelde gegevenselementen, en - voor elk gegevenselement : . de technische eigenschappen van enkelvoudige gegevenselementen ( zie beschrijving repertorium van de gegevenselementen ), . de aanduiding of het gegevenselement verplicht (M) of vrij (C) in het segment gebruikt wordt, . de aanduiding of het element één of meerdere malen ( zie 3.1.7. ) in het segment gebruikt wordt.

voorbeeld :

ADR

ADDRESS

 

Bevat een adres

X001

Address qualifier

a

3

Q

M

1

C001

Address

C

1

 

X002

Street

a

30

 

C

1

 

X003

House number

a

5

 

C

1

 

X004

Box number

a

4

 

C

1

 

X005

Bus/Boîte indicator

a

1

Q

C

1

X006

Postal code

a

7

 

C

1

X007

City name

a

24

 

C

1

X008

Country, coded

a

3

 

C

1

X009

Country name

a

35

 

C

1

3.1.4. Repertorium van de samengestelde gegevenselementen.

Per samengesteld gegevenselement bevat dit repertorium :

voorbeeld :

C001

Address

X002

Street

a

30

 

C

1

X003

House number

a

5

 

C

1

X004

Box number

a

4

 

C

1

X005

Bus/Boîte indicator

a

1

Q

C

1

3.1.5. Repertorium van de enkelvoudige gegevenselementen.

Per enkelvoudig gegevenselement bevat dit repertorium :

    - de identificatiecode, - de naam van het gegevenselement, en - de technische kenmerken van het gegevenselement : . de aanduiding van het formaat van de inhoud van het gegevenselement ( alfnumeriek, numeriek, ... ), . de aanduiding van de maximale lengte van het gegevenselement, - de aanduiding of er een waardenlijst aan het gegevenselement verbonden is ( Q ), - de aanduiding of het gegeven relevant is voor de business-user, of enkel syntax-matig nodig is. (**)

voorbeeld :

X001

Address qualifier

a

3

Q

-1

(**): 02.12.2013: Deze laatste aanduiding is nu hier in deze tekst opgenomen, maar bestaat al sinds het begin in het repertorium, en was dus niet gedocumenteerd.
Haar bedoeling ligt bij het genereren (aanmaken) van de Edifact string.
Een segment heeft slechts nut van zodra het relevante informatie bevat.
Een datum-segment met een opgegeven qualifier en een opgegeven formaat, maar zonder de eigenlijke datum, bevat dan nog steeds geen relevante business-informatie.
Het is precies dit laatste onderdeel van het segment dat het segment in zijn geheel daadwerkelijk inhoud en betekenis geeft.
Het is pas dan dat het segment "verdient" in de Edifact string aanwezig te zijn.
Dezelfde redenering werkt door tot op het niveau van de rubriek.
Als de rubriek leeg is (geen segmenten bevat) dan "verdient" de rubriek niet aanwezig te zijn in de Edifact string, TENZIJ de rubriek-qualifier zelf, of een ander onderdeel van dat segment, business betekenis heeft.
Een voorbeeld hiervan is de rubriek "Guarantee" (ICD) met de X058 als qualifier. Die qualifier op zichzelf bevat business-informatie, en dus moet de rubriek aanwezig zijn zodra gekwalificeerd, zelfs zonder verdere inhoud.

3.1.6. Repertorium van de waardenlijsten.

Per waardenlijst bevat dit repertorium :

    - de identificatiecode van het enkelvoudig gegevenselement waaraan de waardenlijst verbonden is, - de naam van het enkelvoudig gegevenselement waaraan de waardenlijst verbonden is, - de technische kenmerken van het gegevenselement, en - per waarde : . de waarde, . de betekenis van de waarde in tekst, . de omschrijving van de betekenis.

Bij de waardenlijsten wordt per lijst een versienummer voorzien.

3.1.7. Opmerking.

De aanduiding van het al of niet repetitief zijn van een segment, een samengesteld gegevenselement of een enkelvoudig gegevenselement gebeurt door middel van een cijfer.

"Een" duidt aan dat er geen herhaling is.

Via een getal wordt het aantal herhalingen aangeduid. Het cijfer "negen" is een aanduiding bij conventie, en betekent dat het segment of het gegevenselement een niet bepaald aantal keer herhaald kan worden.
(30.03.2009 : in onze databank gebruiken we nog steeds dat cijfer 9 in deze betekenis. In onze web-pagina's vervangen we dit cijfer 9 vanaf heden door de indicatie "n".)

3.2. Syntaxis.

Dit is de beschrijving van de vorm waarin de uitwisselingen moeten voorgesteld worden.

De syntaxis omvat :

    - een beschrijving van de bruikbare tekens en desgevallend hun specifieke functie, - de beschrijving van de structuur van een uitwisseling, en - regels voor optimaal gebruik.

De syntaxis is beschreven in het document "De TELEBIB2 Syntaxis".

 

4. Gebruik

4.1. Het plaatsen van gegevens in segmenten.

Het segment waarin een gegeven geplaatst moet worden, wordt gekozen in functie van de aard van het gegeven. Voor nieuwe gebruikers is het daarom noodzakelijk een grondige kennis te verwerven van de segmenten die bestaan. Het bestuderen van het repertorium van segmenten wordt dan ook sterk aangeraden.

Gebruikers die vertrouwd zijn met TELEBIB-codes kunnen de omzettingstabel naar de TELEBIB2-identificatie gebruiken. In deze tabel wordt voor een bestaande TELEBIB-code aangegeven in welk segment een gegeven geplaatst dient te worden, met welke qualifier het gedefinieerd wordt en op welk niveau het gegeven voorkomt.

De wijze waarop gegevens in segmenten geplaatst dienen te worden is beschreven in de syntaxis.

4.2. Segment qualifiers.

4.2.1. Algemeen.

Aan elke qualifier is een waardenlijst verbonden. Met uitzondering van enkele speciale gevallen is de waarde van een qualifier steeds een gegeven van drie alfanumerische posities te kiezen uit een TELEBIB2-waardenlijst die in het repertorium van de waardenlijsten voorkomt.

4.2.2. Speciale gevallen.

4.2.2.1. ATT-, BIN-, GIS- en QRS-qualifier

Voor de qualifiers van de segmenten Attribute ( ATT ), Boolean Indicator ( BIN ), Processing Indicator ( GIS ) en Declaration ( QRS ) worden TELEBIB-codes als waarden gebruikt. Het formaat is voor deze gevallen dan ook vier alfanumerische posities.

Zoals bij elke qualifier geven deze TELEBIB-codes een betekenis aan de inhoud van het segment. De inhoud is echter terug weergegeven door een waarde uit een waardenlijst. Deze waardenlijst is nu een TELEBIB-waardenlijst.

voorbeeld :

    ATT+A124+1' ( zie Repertorium van de segmenten voor de beschrijving van ATT ) ATT duidt aan dat het over een eigenschap ( van iets ) gaat, A124 ( bestaande TELEBIB-code ) definieert de eigenschap als "geslacht", 1 de waarde die in de TELEBIB-waardenlijst staat voor "mannelijk".

4.2.2.2. IDD- en IFD-qualifier

Voor de qualifiers van de segmenten Cover ( IDD ) en Formula ( IFD ) wordt het gebruik van maatschappij-specifieke waardenlijsten toegestaan. Hoe dit kan gebeuren wordt hieronder in punt 4.3.1. uitgelegd.

4.3. Het gebruik X901 "Code list identifier" en X902 "Code list responsible agency, coded".

Bij het gebruik van waardenlijsten dient in sommige gevallen aangegeven te worden welke waardenlijst gebruikt is en door wie de gebruikte waardenlijst beheerd wordt. Om dit mogelijk te maken dienen de gegevenselementen X901 "Code list identifier" en X902 "Code list responsible agency, coded" gebruikt te worden.

4.3.1. Als aanduiding van een maatschappij-specifieke waardenlijst als alternatief voor een bestaande TELEBIB-waardenlijst.

In sommige gevallen kunnen uitwisselingspartners beslissen een maatschappij-specifieke waardenlijst in plaats van de standaard TELEBIB-waardenlijst te gebruiken. De gegevenselementen X901 en X902 worden gebruikt zoals hierboven beschreven.

voorbeeld :

    IFD+572:xxx:0079' IFD+C090' ( zie Repertorium van de segmenten voor de beschrijving van IFD ) IFD+X062:X901:X902:X063' ( zie Repertorium van de composite data elements voor de beschrijving van C090 ) ( ...en de conclusie is dan dat... ) IFD duidt aan dat het gegeven een formule is 572 is de waarde die de formule in de maatschappij-specifieke lijst identificeert xxx bevat de identificatie van de maatschappij-specifieke waardenlijst in het aanhangsel aan TELEBIB2 0079 duidt aan dat de lijst van de maatschappij 0079 is

4.3.2. Opmerking in verband met "filters"

Filters zijn deelverzamelingen van waarden van bestaande waardenlijsten. Zij werden in TELEBIB niet beheerd en zullen ook niet in TELEBIB2 opgenomen worden.

Het werken met filters is een specifiek gebruik van TELEBIB2 in Assurnet2 en is beschreven in een Assurnet2-document.

 

 

5. Weergave van de waarde van numerieke data-elementen

5.1. Decimaalteken

In tegenstelling tot de huidige EDIFACT-norm, voor de uitwisseling wordt geen decimaalteken nog steeds gebruikt.
Het aantal decimalen wordt in een andere data-element aangegeven en dient meegeteld te worden voor de berekening van de maximale veldlengte van het numerieke data-element.
In een numeriek data-element n..9 (2 decimalen) wordt '12,50' doorgegeven als '1250'.
Best practice:
- Neem geen voorloopnullen op in het gehele deel.
- Vul indien nodig het decimale deel aan met voorloopnullen en naloopnullen.
Bvb: In een numeriek data-element n..9 (3 decimalen) wordt '-0,05' doorgegeven als '-0050' en '0' wordt doorgegeven als '0000'.

5.2. Scheidingsteken tussen groepen van drie cijfers

Voor de uitwisseling worden geen scheidingstekens gebruikt tussen groepen van drie cijfers.
Toegelaten: 2500000
Niet toegelaten: 2,500,000 of 2.500.000 of 2 500 000.

5.3. Teken

Wanneer aangeduid moet worden dat een waarde negatief is, wordt die waarde voor de transmissie onmiddellijk voorafgegaan door een minteken (bv. '-12' in een data-element gedefiniëerd als n..5 (en niet '-..12')).

In tegenstelling tot de EDIFACT-norm dient het minteken te worden meegeteld als een teken van de waarde voor de berekening van de maximale veldlengte van een data-element. (bv. n..4 accepteert waarden van -999 tot 9999).

 

Contactadres :

Voor alle verdere inlichtingen of opmerkingen betreffende TELEBIB2 in het algemeen en dit document in het bijzonder, kan contact opgenomen worden met :

TELEBIB-Centrum
Koning Albert II-laan 19
B - 1210 Brussel

e-Mail : info@telebib2.org